Hoe gebruik je een wandelstok?

Een wandelstok gebruiken kan helpen bij het verbeteren van je balans en het verminderen van de belasting op je gewrichten, vooral bij het lopen op ongelijke oppervlakken of tijdens lange wandelingen. Hier zijn enkele stappen en tips om een wandelstok op de juiste manier te gebruiken:

1. Kies de juiste hoogte

• De wandelstok moet zo ingesteld worden dat de bovenkant van de stok ter hoogte van je pols komt wanneer je rechtop staat en je armen ontspannen naast je lichaam hangen.
• Dit zorgt ervoor dat je geen onnodige spanning op je schouder of pols krijgt. In ons artikel: Hoe kies je de juiste wandelstok? Lees je hier meer over.

2. Houd de stok in de goede hand

• Als je niet geblesseerd bent, gebruik je de wandelstok in je niet-dominante hand (bijvoorbeeld, als je rechtshandig bent, houd je de stok in je linkerhand). Zo houdt u uw dominante hand vrij voor dagelijkse handelingen.
• Als je een blessure hebt aan een been of voet, gebruik je de stok in de hand aan de tegenovergestelde kant van het geblesseerde been. Dit zorgt voor meer stabiliteit bij het lopen.

3. Houd de wandelstok goed vast

• Grijp de stok stevig met je hand, maar niet te strak. Het is belangrijk dat je controle hebt, maar ook dat je hand niet gaat verkrampen.
• De stok moet zich ongeveer ter hoogte van je pols bevinden als je arm recht is, zodat je niet te veel hoeft in te spannen.

4. Gebruik de wandelstok bij het lopen

• Stap eerst met je beschadigde of zwakkere kant (de kant die meer steun nodig heeft) en zet de wandelstok neer met je tegenovergestelde hand tegelijk.
• Wanneer je je andere voet naar voren zet, verplaats je ook de wandelstok om je balans te behouden. Dit kan aanvoelen als een beetje coördinatie-oefening, maar met de tijd wordt het vanzelfsprekend.

5. Wandelstok gebruiken bij traplopen

• Wanneer u minder goed ter been bent, kan traplopen lastig zijn. Het is echter belangrijk om ervoor te zorgen dat dit op een veilige en stabiele manier gebeurt. Het gebruik van een wandelstok biedt de nodige ondersteuning en helpt u om veilig en zo gemakkelijk mogelijk naar boven of beneden te gaan.
• Als er een trapleuning aanwezig is, kunt u met één hand de leuning vasthouden en met de andere hand de wandelstok. Begin met het goede been en de wandelstok op de eerste trede, en breng daarna het minder goede been omhoog. Zo kunt u veilig de trap op lopen met de juiste ondersteuning.
• Als u de trap af wilt lopen, werkt dit juist andersom: zet eerst de wandelstok en het minder goede been op de volgende trede, en breng daarna het goede been naar beneden. Probeer altijd de trapleuning te gebruiken, samen met de wandelstok, wanneer dit mogelijk is.

6. Houd een goede houding

• Zorg ervoor dat je rechtop blijft lopen en niet naar voren buigt. Een goede houding is belangrijk om rugklachten te voorkomen.
• Kijken waar je loopt en niet naar beneden naar de stok, zodat je beter kunt anticiperen op obstakels.

7. Let op het terrein

• Als je op een ongelijke ondergrond loopt, bijvoorbeeld in een bos of op een stenen pad, gebruik de wandelstok om jezelf te ondersteunen bij het nemen van stappen.
• Zorg ervoor dat je de stok stevig in de grond plaatst voor een goede grip.

Met deze tips zou je wandelstok je moeten helpen bij een stabieler en comfortabeler lopen.
Als je merkt dat de stok ongemakkelijk is, kun je altijd de hoogte aanpassen of een ander type stok proberen (bijvoorbeeld met een groter voetstuk voor extra stabiliteit).